Bild på författaren.

Philipp Blom

Författare till The Vertigo Years: Europe, 1900-1914

29+ verk 2,237 medlemmar 50 recensioner 4 favoritmärkta

Om författaren

Philipp Blom, the best-selling author of Fracture: Life and Culture in the West and The Vertigo Years: Europe 1900-1914, lives in Vienna.

Inkluderar namnen: Philipp Blom, Phillip Blom

Foto taget av: Photo by Peter Rigaud, found at author's website

Verk av Philipp Blom

Wat op het spel staat (2017) 69 exemplar
Het grote wereldtoneel (2020) 36 exemplar
Bei Sturm am Meer: Roman (2016) 23 exemplar
The Simmons Paper (1995) 22 exemplar
The Wines of Austria (2000) 20 exemplar

Associerade verk

Amsterdam: A Brief Life of the City (1994) — Översättare, vissa utgåvor509 exemplar
György Ligeti: Le Grand Macabre [Programm] — Interviewee — 1 exemplar

Taggad

Allmänna fakta

Medlemmar

Recensioner

In mijn vorige boekbespreking, die van Het innerlijke leven van dieren https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2023/05/het-innerlijke-leven-van-dieren... van Peter Wohlleben, verwees ik al naar de bespreking van voorliggend boek, zijnde De onderwerping – Een geschiedenis van de verhouding van de mens tot de natuur van Philipp Blom rel="nofollow" target="_top">https://philipp-blom.eu/cms/. Het boek van Wohlleben had ik al een tijdje op mijn leestafel liggen en wachtte daar op zijn beurt tot ik weer aan het schrijven van een artikel voor TeKoS http://www.deltastichting.be/kd03.html toe zou zijn, het boek van Blom kwam ik recent tegen in de boekhandel (de Nederlandse vertaling dateert van dit jaar, het Duitse origineel van vorig jaar) en leek me wonderwel te passen in mijn plannen voor datzelfde artikel. Óf de planning van dat artikel kwam pas voluit tot rijping toen ik ook dát boek tegenkwam, dat kan ook. De filosofische kant van het boek van Wohlleben heb ik bijgevolg – mijn artikels voor TeKoS zijn aan de filosofische kant - grotendeels uit de boekbespreking weggelaten, maar dat kan met het boek van Blom eigenlijk nauwelijks: het gaat dan wel, dixit de auteur van de achterflap, om een “universele geschiedenis van de mens en zijn omgeving”, maar dan wel een ideeëngeschiedenis (met alle praktische gevolgen van dien).

Wie de laatste zin op diezelfde achterflap leest, weet ook meteen welke de insteek van Blom is: “Alleen als de mensheid zich kan ontdoen van het waanidee boven de natuur te staan, heeft ze een kans van overleven”. Dat wil, althans volgens mij, zeggen: voorlopig. Want laat ons wel wezen: we zijn dan wel een “specialleke”, maar ook dinosaurussen en mammoets waren dat en die hebben het op langere termijn toch ook maar mooi niét overleefd. Net zoals zovele andere soorten voor en na hen. De meeste soorten op Aarde stierven immers 266 tot 252 miljoen jaar geleden uit en maakten daarmee onder andere plaats voor de dinosaurussen. En die maakten op hun beurt zo’n 65 miljoen jaar geleden weer plaats voor andere soorten (massa-extincties creëren kansen voor het ontstaan van nieuwe soorten), waaronder op een zeker moment mammoets (die het van omstreeks 600.000 jaar geleden tot zo’n 4000 jaar geleden uithielden) en uiteindelijk ook “de moderne mens” ofte Homo sapiens, die zo’n 300.000 jaar geleden voortkwam uit de homo heidelbergensis of homo rhodesiensis (ik wil er van af zijn). We houden het dus nog maar zo ongeveer half zo lang uit als de mammoets het uitgehouden hebben, maar we leven in de overtuiging dat we het summum van de “schepping” zijn of het eindpunt van de evolutie van het geslacht Homo (zo’n beetje zoals de “liberale democratie” en de “markteconomie” het einde van de geschiedenis zouden vormen) en dat na ons alleen producten die we zelf ontworpen hebben ons nog kunnen overtreffen. We dragen méér dan ons steentje bij (we moeten een kat een kat durven noemen) aan wat dan de zesde massa-extinctie heet, aldus National Geographic mogelijk “de snelste ooit met een snelheid van 1.000 tot 10.000 maal de basissnelheid waarmee soorten uitsterven, namelijk één tot vijf soorten per jaar”, en “tegen 2100 [zou] mogelijk de helft van de bestaande land- en zeedieren op aarde tot uitsterven zijn gedoemd”, maar er is geen enkele gegronde reden om aan te nemen dat we niet vroeg of laat, al dan niet door onze eigen fout, zélf zullen uitsterven. De auteur van de achterflap heeft dus ook wel een béétje last van “het waanidee boven de natuur te staan” als hij in de zinsnede “heeft ze een kans van overleven” niet “voorlopig” toevoegt tussen “van” en “overleven”.

Enfin, het is niet mijn bedoeling bij dat soort microkritiek (die in essentie toch wel macrokritiek is) stil te blijven staan, temeer omdat Blom zelf in het eerste en laatste hoofdstuk van dit boek erkent dat van overleven op de lange termijn geen sprake kan zijn, maar voor het realiseren van zijn wens (“niets [is] belangrijker” dan dat) “de toekomstige mogelijkheden om te leven zoals we nu leven zo goed mogelijk vorm te geven”, krijgen we toch niet meteen praktische tips. Een heel boek lang (en – Dankwoord, Noten, Bibliografie, Illustratieverantwoording en Register niet eens meegerekend – driehonderdvijftig bladzijden is lang) volgt hij – en hij doet dat goed – het spoor van het genoemde waanidee, maar van de “historicus, filosoof, romanschrijver, journalist en vertaler” (dixit de auteur van de binnenflap) moet niet te veel verwacht worden op het praktische vlak. Op het einde van het allerlaatste hoofdstuk, Riskant denken, krijg je vooral een ingewikkeld geformuleerde versie van ‘Help!’: “Kan de onderwerping (ook van het eigen zelf) vervangen worden door een ander idee van het goede leven? De mensheid van de eenentwintigste eeuw wordt uit haar conceptuele biotoop, het verhaal van de onderwerping van de natuur, verdreven als Adam en Eva uit het paradijs, zij het dat er ditmaal geen god is en er geen engel met een vlammend zwaard optreedt en niet eens een vertoornde Gaia, maar dat een voorspelbare en allang voorspelde stortvloed van verschuivingen binnen de kritische zone, een verandering met potentieel verwoestende terugkoppelingseffecten over haar wordt uitgestort. Laten we ons niet op een dwaalspoor laten brengen door de parallel met Adam en Eva. Dit is geen moreel verhaal, er verschuilt zich geen god achter, geen zin en geen verbond en geen historische missie, niet eens het banale idee van de vooruitgang. De verdrijving uit het paradijs geheel zonder engelen en zonder heilsgeschiedenis is een smartelijke ervaring, want mensen blijken een overweldigend verlangen naar engelen en verlossing te hebben. Ze huiveren in de nieuwe, vreemde natuur want ze hebben nog geen begrippen om haar te beschrijven, en ze hebben nog niet begrepen dat hun verdrijving ook hun bevrijding is. Willen ze die bevrijding echt wel?”

Hoopt Blom, ondanks wat hij daar schrijft, op een mirakel? Op een messias die, wellicht na lezing van zijn boek, ons allen zal helpen die verdrijving als een bevrijding te zien? Mogelijk die verdrijving zelfs zal organiseren (onze huis-, tuin- en keukenpolitici kunnen per slot van rekening niet álles alleen en ze moeten op een of andere manier ook nog verkozen worden in plaats van te eindigen tegen een muur of op de punten van een hooivork)? Het is me niet duidelijk en ik heb er zelf ook geen antwoord op (iedereen ziet wel dat de hele santeboetiek in sneltempo richting de afgrond dendert, maar ik voel me niet geroepen daar nog wat toe bij te dragen en het idee alles op te geven wat ik gekend heb, ligt me ook al niet), maar laat dat het genoegen om de rest van dit boek te lezen niet verdrukken: het overgrote deel van de delen Mythos, Logos, en Kosmos is zeer interessant, net zoals alle onderliggende hoofdstukken, zelfs voor wie al bekend was met de basisidee. De negatieve indruk die ik kreeg van zijn De opstand van de natuur (zie mijn boekbespreking https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2018/07/de-opstand-van-de-natuur-philip... ter zake) had ik dus over het overgrote deel van De onderwerping niet, al werd het “gedram en gezwam” waar ik me bij De opstand van de natuur aan ergerde dan ten dele ‘vervangen’ door een nergens heen gaand eindhoofdstuk in De onderwerping.

Nu goed, een positieve indruk dus. Onder andere vanwege de kunstwerken waarnaar Blom verwijst en waarop hij verder filosofeert. Het schilderij Korenveld van Jacob van Ruysdael bijvoorbeeld: “De grootste wolkenvirtuozen waren de Hollanders die rond het midden van de zeventiende eeuw hun eigen stemming begonnen te zien in de verscheurdheid en de poëzie van hemelse landschappen, alleen al omdat de aardse landschappen hun niet veel te bieden hadden: amper een heuvel, laat staan dramatische toppen en ravijnen, majesteitelijke rivieren of panorama’s. Alles was er vochtig en klein, bruinig met grijs, zonder grote accenten, klassieke ruïnes of andere bronnen van verheven huivering. De mensen daar waren boer of haringvisser. Het land was een streep aan de horizon, alleen onderbroken door wat bomen of een rij windmolens. Grote delen van dat landschap waren geschapen door mensenhand; niet alleen de velden, waarvan de randen als met een liniaal getrokken waren, ook de grachten en de steden, überhaupt het land zelf, dat aan de Noordzee afgedwongen was door ingenieurs, dijkgraven en het harde werk van anonieme armen. ‘God heeft de aarde geschapen,’ zegt een oude zegswijze, ‘en de Hollanders hun eigen land.’ Aan zelfbewustzijn heeft het hun niet ontbroken. Maar de schilders zochten meer dan de afgepaste productie-eenheden van tuinderijen en weilanden met koeien. Hun opdrachtgevers, de patriciërs van Amsterdam en andere handelscentra, wilden visuele voorstellingen van hun levensgevoel en hun ideeën. Het waren strenge protestanten, die meenden dat ze God direct rekenschap verschuldigd waren. Zonder biecht en absolutie waren ze geheel op hun geweten teruggeworpen. De kunstenaars van die tijd projecteerden dat drama in de natuur. Linnen waarop een boerderij of een klein bos te zien is, vormen het podium voor psychologische drama’s, waarbij de wolkenmassa’s de uitbeelding zijn van de storm aan emoties en de innerlijke strijd.” Soortgelijke stukken filosofie worden in volgende hoofdstukken opgehangen aan een stenen vaas uit het Uruk-tijdperk, de Venus van Willendorf (een dorpje in de Oostenrijkse Wachau waar die Venus, zo mocht ik zelf een paar jaar geleden ook vaststellen, al lang weggehaald is om haar in Wenen, in het Naturhistorisches Museum, tentoon te stellen), een fresco in het paleis van de Assyrische koning Assurbanipal, een mozaïek in de Ravennase San-Vitalekerk, De val van Icarus door Pieter Bruegel de Oude, een kopergravure van de Fontein van Apollo in de tuin van Versailles, An Experiment on a Bird in an Air Pump van Joseph Wright of Derby, het Panopticum van Jeremy Bentham (toch een architectonisch kunstwerk, zij het dan een theoretisch), een mezzo tinto van Angelo Soliman (de naderhand opgezette Nigeriaan waarover ook Jan Huijbrechts het had in zijn De botten van Bach https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2022/12/de-botten-van-bach-een.html), Newton van William Blake, en Regen, stoom en snelheid van William Turner.

Een positieve indruk ook vanwege het feit dat de auteur zich niet beperkt tot wat de lijn van de onderwerping van de natuur aan de mens volgt. Behalve onder andere vier boeken van de auteur zelf en tenenkrommende werken van bijvoorbeeld “kerkvader” Augustinus en de baas van Monsieur Grat, René Descartes, vinden we in de bibliografie dan ook boeken van onder andere Alexander von Humboldt, Baruch Spinoza, of Michel de Montaigne, en in het boek ook verwijzingen naar, onder andere, Julianus van Eclanum (die zich in een brief aan genaamde Augustinus uitsprak tegen het idee van de erfzonde), Henry More (die Descartes verweet “met één klap leven en gevoel uit bijna het hele dierenrijk te verwijderen”) en de Italiaanse zestiende-eeuwse filosoof Bernardino Telesio.

Een positieve indruk ten slotte vanwege het bespreken van vele stukken historie die me niet of minder goed bekend waren en een stukje van de schuld van De onderwerping bij het christendom wegnemen en ook ten overvloede duidelijk maken dat die schuld niet werd geschrapt bij het langzaam vergaan van dat christendom (ook wat dat betreft moeten we een kat een kat durven noemen) maar verzwaard.

Zo was mij van het Gilgamesj-epos voorheen alleen maar de naam bekend en had ik er zelfs geen idee van dat Gilgamesj de koning van het reeds eerder genoemde Uruk was of dat hij de oudste held uit de literatuur was: “Ondanks zijn wijsheid en zijn kracht lijdt hij schipbreuk. Deze held is wijs en toch dwaas, een voortreffelijk vorst en toch een tiran, wreed en toch zachtaardig, een tegenstrijdige en ambivalente hoofdpersoon, zoals alle grote figuren uit de wereldliteratuur.” En tevens de eerste bij wie we hem ontmoeten, “de waan van de onderwerping. Gilgamesj, die iedereen in de strijd moet overwinnen, die de wachter van het bos doodslaat en timmerhout maakt van de ceders van de goden, de heerser over een stad en de tuinen, die de dood zelf wil overwinnen, deze met fouten behepte held is de eerste drager van die waan waartegen de mythe een waarschuwing uitspreekt: je kunt de natuur niet beheersen, ontheiligen, onderwerpen, buiten werking stellen. Hoe ver je ook gaat, welke heroïsche daden je ook op je weg volbrengt, het is verloren moeite tegen de wil van de goden en de wetten van het lot.” En ook de “held” die een blijvende invloed zou uitoefenen op de verdere menselijke geschiedenis: “De mythe van Gilgamesj trekt door zeker vijf millennia Mesopotamische geschiedenis. Maar de conflicten, beelden en personages erin hebben zich op verschillende manieren tot in onze tijd gehandhaafd. Gilgamesj weerklinkt in de Bijbel, hij keert terug als Odysseus en als Parsifal, zijn egomanische amok loopt vooruit op Faust, Prometheus en Orpheus – er is nauwelijks een hedendaags verhaal, van Hollywood tot Netflix, via Fortnite en de vertelpatronen in de media, dat niet altijd nog op het archetype van het Gilgamesj-epos teruggrijpt.”

Zo ook kende ik van het matriarchaat wel het basisidee – zo moeilijk is het ook weer niet, het “patriarchaat” van onze dagen is al een stuk moeilijker te herkennen -, maar kende ik niet Johann Jakob Bachofen en zijn Mutterrecht of de publicaties van archeoloog Arthur Evans, noch had ik ooit het verhaal over de Minotaurus als mogelijke “propaganda van de Griekse veroveraars [van Kreta]” gezien: “Het is niet moeilijk achter de moraal van het verhaal van de nobele Griekse held en monsterdoder iets anders te zien, namelijk de gediscrediteerde stierencultus en de sterke vrouw in het centrum ervan, wier overgave aan de heilige en machtige minnaar van de godin in de nieuwe Helleense versie als pervers wordt voorgesteld.”

Zo ook, ten slotte, zien veel mensen wat we eten wel als deel van onze “cultuur”, in zoverre zelfs dat die “cultuur” in de Zuidelijke Nederlanden zo ongeveer gereduceerd wordt tot frieten en bier (die zijn nu eenmaal makkelijker te verteren dan Jordaens en Van Eyck), maar wordt er zelden aan gedacht dat zulks ook over vele tientallen eeuwen heen bekeken kan worden, wat bijvoorbeeld de actuele “discussie” over vegetarisme/veganisme (de “goeie” kant) en “vleeseters” (zoals de gemiddelde omnivore mens dan maar genoemd wordt, alsof die niet anders dan vlees eet) wel in een totaal ander licht plaatst: “Het menu van prehistorische mensen toont aan hoeveel informatie er verloren is gegaan. Uit isotopen in tandglazuur en uit weggegooide botten en soms ook pollen kan relatief goed beschreven worden welke voedingsmiddelen een gemeenschap vooral consumeerde, maar niet op welke manier het eten de identiteit van de gemeenschap vormde. Eten is nooit eenvoudig alleen maar eten. Het is een instinctieve handeling en maakt in één klap van ons culturele wezens. Vanuit het perspectief van elke eetcultuur, welke dan ook, lijkt elke andere niet alleen ongewoon, maar ook vreemd, onbegrijpelijk, en soms zelfs weerzinwekkend. Ook de honger wordt door vooroordelen gestuurd en zo kende waarschijnlijk ook de honger van holenmensen zijn taboes, zijn delicatessen, zijn geneesmiddelen en afrodisiaca, waaruit het ware portret van een samenleving blijkt: de diverse, op zichzelf streng gecodificeerde en toch als volkomen natuurlijk ervaren manifestaties van een universele elementaire behoefte.” Wie dus de eetcultuur wil veranderen, desnoods met hulp van de overheid (die daartoe altijd belastingen als wapen kan inzetten), raakt niet alleen aan de huidige populatie, maar ook aan haar band met vele vorige generaties en toekomstige.

Ook los daarvan is dit netjes in een harde kaft ingebonden boek van Philipp Blom zeker de moeite van het lezen waard.

Björn Roose… (mer)
 
Flaggad
Bjorn_Roose | Apr 21, 2023 |
DNF p.130. Lost interest and title didn't really relate to contents.
 
Flaggad
pacbox | 5 andra recensioner | Jul 9, 2022 |
A very enjoyable read. I liked the fact that Blom wrote some about the psychology of collecting as well as the history of curious collectors. Recommended.
 
Flaggad
SwitchKnitter | 7 andra recensioner | Dec 19, 2021 |
Philipp Blom's 2008 book Vertigo Years: Change and Culture in the West, 1900-1914 was among my very favorite books. When its successor, Fracture: Life and Culture in the West, 1918-1938, arrived in 2015 I added it to The List. Sadly, books too often linger on The List while undisciplined me chases after the latest new thing. Only now did I turn back to Fracture. I'm very glad I did.

Fracture displays all the strengths of its predecessor. Blom is a marvelous writer. His sentences work the way sentences are supposed to work. He is unsurpassed at finding the telling anecdote or illustrative story and integrating it into a broader thesis. And those theses are well-reasoned and just.

I can't recommend these books more highly. Blum delivers real history for intelligent general readers.
… (mer)
1 rösta
Flaggad
Dreyfusard | 3 andra recensioner | Sep 9, 2021 |

Listor

Priser

Du skulle kanske också gilla

Associerade författare

Veronica Buckley Contributor, Author
Rüdiger Wolf Contributor
Ilija Trojanow Contributor
Salvatore Bono Contributor
Andreas Eckert Contributor
Wolfgang Kos Editor and author
Walter Sauer Contributor
Christian Schicklgruber Guest Interviewee
Patrick Post Photographer
Barbara Plankensteiner Chapter notes and object descriptions
Sabine Haag Foreword
Toon Dohmen Translator
Pon Ruiter Translator
Olivier Mannoni Translator
Aert van der Neer Cover artist
Hendrick Avercamp Cover artist
Jonathan Sainsbury Cover designer
Javier Calzada Translator
Michael Bischoff Translator
W. Hansen Translator
Wil Hansen Translator

Statistik

Verk
29
Även av
2
Medlemmar
2,237
Popularitet
#11,466
Betyg
3.9
Recensioner
50
ISBN
135
Språk
11
Favoritmärkt
4

Tabeller & diagram