Klicka på en bild för att gå till Google Book Search.
Laddar... Mein Vater, der Zaubererav Erika Mann
Ingen/inga Laddar...
Gå med i LibraryThing för att få reda på om du skulle tycka om den här boken. Det finns inga diskussioner på LibraryThing om den här boken. inga recensioner | lägg till en recension
Ingår i förlagsserienPrivé-domein (243)
Vert. van: Mein Vater, der Zauberer. - Reinbek bei Hamburg : Rowohlt, 1996. - Met lit. opg., reg. Inga biblioteksbeskrivningar kunde hittas. |
Pågående diskussionerIngen/ingaPopulära omslag
Google Books — Laddar... GenrerMelvil Decimal System (DDC)833.912Literature German literature and literatures of related languages German fiction Modern period (1900-) 1900-1990 1900-1945Klassifikation enligt LCBetygMedelbetyg:
Är det här du? |
In “Mijn vader, de tovenaar. Herinneringen en brieven” selecteren de bezorgers Irmela von der Lühe en Uwe Naumann drie op zich staande documenten die een inkijk bieden hoe hecht de relatie tussen Erika Mann (1905-1969) en haar beroemde vader wel was. Vooral tijdens zijn laatste jaren wierp ze zich op als een behoeder van zijn erfenis en begon ze reeds zijn intellectuele nalatenschap te stileren, zoals Eckermann dat deed voor Goethe. Dit boek compileert een forse afdeling brieven aan en van de ouders, voorafgegaan door een inleidend gesprek met Erika Mann en gevolgd door het al een jaar na Thomas Manns dood gepubliceerde “das letzte Jahr”. Het taalidioom dat Erika Mann hanteert in de brieven aan haar vader verraadt haar zwervend leven als “global citizen”, soms tegen wil en dank, doorheen het oude continent en de VS in de eerste helft van de 20ste eeuw. Het is een merkwaardig amalgaan van Duits, gelardeerd met Engels en op het laatst behept met typisch Zwitserse verbasteringen, zelfs van persoonsnamen. Dit bezorgde de vertaler hier en daar de nodige kopzorgen. Als je het boek tenslotte neerlegt, krijg je het beeld van een energieke vrouw en knappe organisatrice, die dapper was, maar ook zeer eigenwijs en eenzelvig. Ze bestond het zelfs om in het voorjaar van 1933, met gevaar voor haar leven, naar München terug te reizen om het manuscript van de Joseph-romans van haar vader en de aantekeningen hiertoe te redden uit hun verbeurd verklaarde villa in de Porschingerstrasse. De Manns waren opeens “persona non grata” in NS- Duitsland. Er liep een arrestatiebevel tegen hen en hun bezittingen werden verbeurd verklaard.
De kinderen Mann werden zeer zelfbewust opgevoed en vertoonden al spoedig een voor die tijd merkwaardige artistieke onbevangenheid, maar ook een eigengereidheid die aan het onhandelbare grensde. Bovendien was Erika verbaal zeer begaafd. In 1928 ontmoette de filosoof en schrijver Ludwig Marcuse de toen drieëntwintigjarige toneelspeelster Erika Mann, en in zijn herinneringen schreef hij dat zij de “Thomas Mann-taal” vloeiend beheerste. “De schepper van dit bekende Duitse “dialect” schreef het slechts, maar de dochter sprak het, en haalde er zoveel gekheid mee uit dat hij haar beslist hieromtrent benijdde”, zo merkte hij op. Die taalvirtuositeit dreef haar naar het toneel. In 1926 trouwde ze met de Duitse sterspeler Gustav Gründgens, maar het huwelijk hield slechts drie jaar stand. Overigens werd Gründgens, die later lippendienst bewees aan de nazi’s en een protégé werd van Goering, demonisch geportretteerd door Klaus Mann in zijn roman “Mephisto”. Samen met “Het Keerpunt” vind ik deze roman de meesterproef van Klaus Manns literaire oeuvre. Het boek werd in 1981 beklijvend verfilmd door Istvan Szabo. De ambigue en compromitterende sfeer laat een sterke en onbehachelijke indruk na. In 1933 richtte Erika Mann het antifascistische cabaret “Die Pfeffermühle” op, samen met o.a. Therese Giehse en Pamela Wedekind. Giehse zou later in de jonge DDR een beroemde Brecht-vertolkster worden. Wedekind was de dochter van de bekende Duitse schrijver van “die Büsche der Pandora”, Frank Wedekind. De revues hadden heel wat succes in het vrije Europa van het interbellum, maar na de transatlantische oversteek van de familie Mann doofde het succes langzaam uit. Het doorsnee Amerikaanse publiek had geen boodschap aan de interne Europese problematiek van die tijd.
In 1935 hertrouwde Erika Mann met de Engelse dichter W.H. Auden. Het was een schijnhuwelijk om haar het Brits staatsburgerschap te bezorgen. Omstreeks die tijd waren er ongeziene spanningen in de familie Mann. Aanleiding hiertoe was dat de Fischer Verlag, waar Thomas Mann nog steeds publiceerde, niet had kunnen besluiten om te emigreren. Bovendien werd Thomas Mann gesommeerd om vanwege uitgeefbelangen behoedzaam te zijn en de nieuwe machthebbers niet te provoceren. Men drong er bij hem op aan om openlijk afstand te nemen van zijn beide oudste kinderen en van zijn broer Heinrich, die allen reeds op ramkoers met het regime lagen. Dit werd hem uiteindelijk te veel en in 1936 nam hij publiekelijk afstand van het NS-regime, wat hem zijn Duits staatsburgerschap en zijn eredoctoraat aan de universiteit van Bonn kostte. Uiteindelijk zou hij bij Fischer blijven publiceren, evenwel via haar nieuw opgerichte dépendences, eerst in Wenen, later in Zwitserland en Zweden.
Gedurende de oorlogsjaren redigeerde Erika Mann de radiotoespraken van haar vader voor Duitse luisteraars die vanuit Amerika naar de BBC in Londen werden gestuurd. Naast journalistiek werk als oorlogscorrespondente stond ze haar vader ook bij met zijn talloze lectures doorheen de VS. In 1945 keerde ze terug naar Europa en was aanwezig bij het Neurenberg-proces. Ook de Russische schrijver Ilya Ehrenburg, die eveneens al lang de nazi’s met een bijzonder giftige pen bestreed, attendeerde dit proces.
Na de oorlog ontpopte ze zich steeds meer als privé-secretaresse en nauwste medewerker van haar vader. Zo hielp ze bij het inkorten van de manuscripten van “Doctor Faustus” en “Felix Krull”. Opdat Thomas Mann voor het Amerikaanse lezerspubliek niet te veel zou overkomen als “a ponderous philosopher” werden in de Faustus hier en daar passages geschrapt, vooral in de literaire uitweidingen over de dodecafonie, die tot stand kwamen na gesprekken tussen Thomas Mann en Theodor W. Adorno.
In “das letzte Jahr” beschrijft Erika Mann op een bijzonder betrokken manier het laatste levensjaar van haar vader. Er is wellicht geen andere schrijver te vinden die zoveel huldigingen ten deel viel als Thomas Mann in zijn levensavond. Hij overleed op 12 augustus 1955. Zijn oudste dochter overleefde hem veertien jaar. ( )