Klicka på en bild för att gå till Google Book Search.
Laddar... De daverdreunav Maarten 't Hart
Ingen/inga Laddar...
Gå med i LibraryThing för att få reda på om du skulle tycka om den här boken. Det finns inga diskussioner på LibraryThing om den här boken. inga recensioner | lägg till en recension
Inga biblioteksbeskrivningar kunde hittas. |
Pågående diskussionerIngen/inga
Google Books — Laddar... GenrerBetygMedelbetyg:
Är det här du? |
De Daverdreun is een selectie van die fotografie van klassieke, moderne, pop- en jazzmusici en componisten (van Andriessen tot Zappa), doorspekt met reclamefotografie voor inmiddels gedateerde afspeelapparatuur. Het boekje was bedoeld als jaarwisselingsboekje 2001/2002 voor relaties als zodanig niet in de winkel verkrijgbaar. Auteur Maarten ’t Hart houdt tussen de foto’s door in maar liefst 8 pagina’s tekst een gloedvol pleidooi voor de schoonheid van de klassieke muziek.
Of zet hij zich juist af tegen alles wat geen klassiek muziek is? Hij schaart dit alles onder De Daverdreun en beschouwt het als wegwerplawaai.
Hij weet ook wel dat dit een levensgroot vooroordeel is en dat hij heel bekrompen hierin is, maar hij gaat het trachten te onderbouwen. Dat doet hij niet vooraleerst even goed te klagen over de overlast die deze muziek met zich meebrengt, zoals wanneer (bij uitzondering, dat wel) de buren een luidruchtig feestje hebben;
Dan klinkt op een zachte zomeravond, behalve het angstig hinniken van de paarden die pop ook verafschuwen, de welbekende daverdreun door de lucht en moet je je opsluiten achter je dubbele ramen, en minstens Poème de l’Extase van Scriabin of Die toten Augen van Eugen d’Albert opzetten, om die daverdreun te overstemmen.
’t Hart heeft het niet altijd makkelijk. Hij krijgt vaak goedbedoelde cassettebandjes toegestopt, meestal van lezeressen, die hem graag zouden bekeren. Soms worden hele cursussen toegevoegd of handleidingen voor de ‘verstokte pophater’. Hij is blijkbaar zo beleefd om die bandjes nog te beluisteren ook. Toch trekt hij steeds weer dezelfde conclusie;
…niet alleen zijn die nummers opvallend kort, maar ze bestaan doorgaans uit niet veel meer dan onveranderde herhalingen van een vrij simpele melodische inval die al dadelijk aan het begin aan de luisteraar wordt opgedrongen. Twintig keer hetzelfde binnen drie minuten is bepaald geen uitzondering. Dat is toch waarachtig van een welhaast onvoorstelbare primitiviteit.
Hij weet natuurlijk precies hoe dit te chargeren en gaat op zijn musicologische stoel zitten als hij aangeeft;
Eenvoudige drieklanken, doorgaans kleine intervallen, een octaafsprong of een none is een zeldzaamheid.
Harmonisch is er ook al niets te beleven en ’t Hart heeft echt zijn best gedaan want zowaar een paar maal de megatop-vijftig ter hand genomen. Van al die nummers kon alleen het nummer Back for good van Take That hem enigzins melodisch bekoren. Ook onderkent hij de kracht van het gebruik van backing vocals, maar in de popmuziek is ook daar het bedroevend mee gesteld;
Ook in de klassieke muziek komen stukken voor waarbij zangers worden bijgestaan door back vocals, denk maar aan ‘Casta Diva’ uit Norma van Bellini, aan het ‘Laudate Dominum’ uit de Vesperae Solennes de Confessore van Mozart, aan het slot van het Requiem van Verdi, aan het Stabat Mater van Rossini, want elke componist weet hoe ongelofelijk mooi het kan zijn om één zangstem, bij voorkeur een hoge sopraan, te combineren met een koor dat pianissimo zingt.
Het is Maarten ’t Hart ten voeten uit en hij vergroot het allemaal lekker uit. Als hij de teksten uit de popmuziek nog even behandelt en aangeeft dat dit ook maar magertjes is, want het gaat voornamelijk over liefde, liefdesverdriet en liefdesverlangen, horen we hem wijselijk even niet over de klassieke thema’s. Die lopen hier zo mogelijk nog meer van over.
Het mag allemaal, ik lees het graag. Uiteraard heeft hij één populair nummer dat hij kan waarderen, A Whiter Shade of Pale van Procol Harum. Die zagen wij al van ver aankomen, want dat is (volgens ’t Hart) een bewerking van Bach’s inleidende sinfonia van Cantate 156. Daar kan je overigens over twisten, want het heeft ook veel weg van Bach’s Air BWV 1068 of diens Prelude voor orgel BWV 622. Kiest u maar.
Het is een onderhoudend boekje met mooie foto’s en nog een begeleidende cd ook met louter; klassieke muziek natuurlijk. ( )